Leespraat

Kinderen met Downsyndroom hebben bijna allemaal belemmeringen op het gebied van de spraakontwikkeling. Het begrijpen loopt relatief voor op het praten.
De ontwikkeling van het praten wordt bemoeilijkt door problemen met het gehoor en met het auditief (via horen) verwerken van informatie. De kinderen horen de gesproken taal vaak als een woordenbrei, ze kunnen afzonderlijke woorden of stukjes van woorden niet goed onderscheiden. Ook kent het korte termijn geheugen voor gesproken taal een kleinere digitspan, waardoor zij informatie niet goed kunnen opslaan en verwerken. Het visuele kanaal functioneert echter doorgaans veel beter.

Daarom zijn in onder andere de VS, Canada, Australië, Spanje en Engeland al sinds de jaren ‘80 van de vorige eeuw wetenschappers, logopedisten en ouders aan de slag gegaan met de methode van het globaal lezen op zeer jonge leeftijd. In Nederland heeft Hedianne Bosch de methode Leespraat ontwikkeld. Leespraat begint vanuit het globaal herkennen van woorden uit de dagelijkse communicatie van het kind. Van daaruit ontwikkelt het kind in stapjes de vaardigheid om woorden visueel te analyseren. Leespraat is een holistische methode, waarin het leren lezen hand in hand gaat met het leren praten en communiceren, het ontwikkelen van sociaal gedrag en begrip van emoties, het uitbreiden van de passieve woordenschat en de kennis van de wereld, en vaardigheden op het gebied van zelfredzaamheid, planning en zelfstandigheid. Deze worden uitgebeeld in de ‘bloem van Leespraat’.

Bijzondere kenmerken van de methode Leespraat zijn:

  • betekenisvol lezen vanaf het begin  (alle lezen is begrijpend lezen)
  • de eigen leefwereld staat centraal  (lezen gekoppeld aan beleven)
  • lezen om te leren praten / communiceren
  • beginnen kan al op zeer jonge leeftijd  (tussen 2 en 4 jaar) maar ook als (jong)volwassene
  • biedt een doorgaande lijn naar zelfstandig leren lezen
  • Leespraat kent geen auditieve voorwaarden, en volgt niet de leesroute van het verklanken, maar volgt de visueel-analytische route: de kinderen leren in stapjes de orthografie van de taal kennen
  • kinderen leren lezen zoals volwassenen lezen:
    • belangrijkste strategie: directe woordherkenning (‘straat’)
    • tweede strategie: woorddelen herkennen (str -aat)
    • derde, aanvullende strategie: deel van een onbekend woorddeel verklanken (ps in pseudo)
  • kinderen volgen de 5 fasen van het leren lezen (gesymboliseerd in de ‘boom van Leespraat’:
    • fase 1: motiveren
    • fase 2: leeswoordenschat opbouwen
    • fase 3: letters leren herkennen en benoemen
    • fase 4: woorddelen (clusters) leren herkennen en benoemen
    • fase 5: zelf onbekende woorden leren lezen
  • bij Leespraat is sprake van ‘partners in leren’. Het leren komt voort uit een gesprek, een ontwikkelingsgerichte interactie, waarbij de inbreng van het kind belangrijk is. De methode en materialen worden op maat ontworpen in interactie met het kind. Ouderbetrokkenheid is een must om intensiviteit en generalisatie te waarborgen.


Als een kind circa 50 woorden kent kan het al een eigen gemaakt boekje lezen. Vanaf dat punt kan het kind letters leren herkennen en vanaf een leeswoordenschat van circa 100 tot 200 woorden leert het de overeenkomsten tussen lettergrepen en andere woorddelen zien. Op deze manier leert het geleidelijk aan ook nieuwe woorden lezen.

Waar in het gewone onderwijs het lezen pas komt nadat het kind zijn spreektaal praktisch volledig ontwikkeld heeft, kan bij de methode Leespraat begonnen worden op het moment dat het kind de eerste woordjes gaat zeggen en loopt het aanbieden van leeswoorden en zinnetjes steeds een klein stapje vooruit op wat het kind al zelf kan zeggen. Belangrijk is dat de woorden en zinnen betekenisvol en bruikbaar zijn in het leven van het kind.

Door het oefenen met leeswoorden en leeszinnen zal een kind meer gaan praten, woorden gemakkelijker kunnen oproepen, langere zinnetjes gaan maken, en beter verstaanbaar gaan praten. Zo gauw het kind kennis van de letters en klanken heeft kan aan de uitspraak van specifieke woorden gewerkt gaan worden. De Leespraat methode is daarom ook geschikt als logopedisch hulpmiddel.

Wanneer het kind naar school gaat zal het veel voordeel hebben van zijn vaardigheid in het lezen. Het kan bijvoorbeeld in de kring vertellen wat het dit weekend heeft gedaan met behulp van een geschreven briefje van thuis. De school zal een positieve indruk krijgen van de leerbaarheid van het kind.

In de workshop Leespraat krijgt men alle informatie om met het lezen aan de slag te gaan.
Klik op de volgende link voor informatie over de workshops van stichting Scope.

De bij de methode Leespraat behorende map kan worden besteld. Ga voor meer informatie hierover naar de pagina bestellen.

Er zijn artikelen over lezen te downloaden via deze website. De artikelen zijn geschreven door Hedianne Bosch.

top