Mirte

Gert de Graaf en Hedianne Bosch / Gedichten: Mirte
Uit: Down+Up nr.70 (zomer 2005) van de Stichting Downsyndroom

Mirte is heel onverwachts gestorven. We hadden wel eerder al bezorgde gevoelens. Ze had het afgelopen halfjaar een aantal flinke aanslagen op haar lichaam gehad, eigenlijk het ene lichamelijke probleem na het andere, maar al die dingen op zich kwam ze steeds weer te boven. Maar wij liepen daardoor wel met de gedachte: ‘het lijkt wel alsof ze uitgeput raakt’ en: ‘ze zal toch niet heel jong dood gaan?’ Dat hebben we ook wel uitgesproken, maar dan zeiden we: ‘dat gebeurt niet, want dat kan niet.’

Op 31 maart kwam Mirte thuis uit het AMC. Ze had daar negen dagen gelegen voor een ontsteking aan haar heup. Ze kwam thuis. Ze was ontslagen, ze was beter. Ze heeft die donderdag 31 maart een heel erg leuke dag gehad. Ze was blij om thuis te zijn. Ze had er weer zin in: ‘Kom, maandag ga ik weer naar school’. Ze heeft nog gespeeld op de speelplaats, met haar broertje Jorijn ‘stiekem’ – wij mochten het niet weten – verlate chocolade paaseieren voor ons verstopt, in bad geweest, een videootje gekeken, gaan slapen. Wij zijn blij dat ze die dag thuis – en niet in het ziekenhuis – heeft mogen meemaken als haar laatste dag.

Vrijdagochtend vroeg. We hoorden zingen of huilen. Mirte lag in haar kamer op de grond op haar rug en maakte kermende geluiden. We hebben om een ambulance gebeld. Maar, binnen een halve minuut hield zij op met ademen en viel haar pols weg. De ambulance is wel gekomen. Mirte is ook gereanimeerd, maar eigenlijk hebben ze alleen haar hart weer aan de gang gekregen en meer niet. In het VU-ziekenhuis heeft ze nog twee dagen gelegen. Ze had geen hersenactiviteit meer, er was geen enkele kans op herstel.

We hebben toen een aantal mensen die heel dichtbij Mirte stonden laten langskomen om haar nog één keer gedag te kunnen zeggen. Zaterdag hebben wij haar hand vastgehouden en hebben we haar laten gaan. Ze is toen voor de tweede keer gestorven. Haar gezicht zag er heel vredig uit.
Wat is er nu eigenlijk gebeurd ? De verklaring die wij hierover op de uitvaart hebben gegeven, moeten we helaas herroepen. In eerste instantie was er bij de obductie namelijk geen zichtbare doodsoorzaak vastgesteld. Hierdoor dachten de artsen aan een convulsie, een epileptisch verschijnsel, niet te voorzien en niet gerelateerd aan menselijk handelen.
Maar bij microscopisch onderzoek is inmiddels vastgesteld dat Mirte is overleden aan een longembolie. Een bloedstolsel heeft de doorbloeding van het onderste deel van haar longen in een klap stilgelegd. Het ontstaan van dit bloedstolsel houdt waarschijnlijk verband met het feit dat Mirte’s been in het AMC vijf dagen geïmmobiliseerd is geweest, doordat het in een tractie was gelegd, bij kinderen een zeldzame complicatie van deze behandeling.
Na haar overlijden vonden we in een blocnote een aantal teksten, die Mirte een paar dagen voor haar dood heeft geschreven in het AMC. Die teksen geven ons het gevoel dat Mirte haar dood heeft voorvoeld, niet met haar alledaagse persoonlijkheid, maar op een hoger niveau wel. Het zijn de teksten die wij op het rouwkaartje hebben gebruikt.


Mirte was leergierig en geïnteresseerd in alles. Ze leerde niet voor later, maar voor nu. Ze had zeker een passie voor geschiedenis. Dan wandel je met haar in het Amsterdamse bos: ‘Pa, wanneer is die brug gebouwd?’ Of de gevleugelde woorden: ‘Dat zal Arne Peijpers interessant vinden’. Arne Peijpers is de geschiedenisleraar op de VMBO-school waar Mirte in de tweede klas zat en waar ze zo graag naartoe ging.
Wij hebben Mirte altijd met veel plezier gestimuleerd in haar ontwikkeling, en dat hebben we niet alleen voor later gedaan, maar ook omdat we dat gewoon graag deden, niet alleen voor later, maar voor nu.
Mirte had een leergierige intellectuele kant, maar die was ingebed in haar andere kant, haar fantasierijke, kunstzinnige, gepassioneerde, extatische en sacrale zijde. Die was bij haar nog sterker. Daarvan getuigen haar nagelaten werken, de vele teksten en gedichten, die zij de afgelopen jaren heeft geschreven. In schriftjes, blocnotes, op losse papiertjes, overal vinden wij ze nog. Enkele willen wij hier delen. Ze staan door de tekst heen.

Toen wij drie weken na Mirte’s geboorte (19 maart 1990) vernamen dat zij Downsyndroom had, begaven wij ons korte tijd in een, wat wij dachten, donker tranendal. Maar wat donker leek, bleek licht te zijn, en het tranendal bleek – in Mirte’s eigen dichterlijke bewoording – een liefdesdal.
Mirte schonk ons het ouderschap. Zij gaf richting aan ons leven. Zij zette ons met twee benen op de grond en bepaalde, dat we nu maar eens iets nutigs moesten gaan doen. Mirte opende onze ogen voor mensen met Downsyndroom en andere mensen met een handicap. Alhoewel… In het ziekenhuis verzekerde Mirte nog dat zij Downsyndroom had en geen handicap. En zij heeft gelijk. Niemand heeft een handicap en iedereen is heel en goed zoals hij is.
(voor op het geboortekaartje van haar broertje)


Het anders-zijn van Mirte is voor ons nooit belangrijker geweest dan het gewoon-zijn van Mirte. Zij was in de eerste plaats een mens tussen de mensen. Omdat wij dit zo sterk voelden hebben wij steeds gestreefd naar een plekje voor haar midden in de gewone wereld. En Mirte vond altijd helpers die voor haar op de bres stonden en haar pad begaanbaar maakten. Wij zijn heel dankbaar al deze bijzondere mensen te hebben leren kennen, die – in Mirte’s woorden – van hun hart geen moordkuil maakten en eerlijk tegenover het leven durfden staan.
Twee jaar geleden bestond stichting Scope 10 jaar en gaf iedereen een warm applaus voor Mirte, omdat zij immers de enige echte oprichtster van Scope was. Zij inspireerde ons altijd, met haar enthousiasme voor het leven, haar serieuze belangstellingen, haar leergierigheid en ijver, haar fantasie en dichterlijke natuur. Zij was altijd bezig. Zij gaf zin aan ons leven, zowel beroepsmatig als privé. En dat zal zij blijven doen.

top